We spreken in zinnen die bestaan uit woorden, lettergrepen en letters. Elke letter heeft zijn eigen klank. Woorden bestaan dus uit verschillende klanken achter elkaar.
Spraakontwikkeling
Kinderen leren de klanken van hun ouders / opvoeders, door te imiteren. Soms stagneert de spraakontwikkeling, waardoor het kind voor zijn omgeving lastig te verstaan en te begrijpen is. Kinderen kunnen klanken verwisselen (‘kat’ = ‘tat’ of 'fiets' = 'sies') of laten klanken in een woord weg (‘schoen’ = ‘choen’ of ‘banaan’ = ‘naan’).
Slissen
Ook kan er sprake zijn van slissen, waarbij de tong tegen of tussen de tanden wordt geduwd.
Volwassenen
Volwassenen kunnen ook spraakproblemen hebben wat hun carrière in de weg staat, doordat ze bijvoorbeeld binnensmonds spreken.